Je mag je leven inrichten zoals je wilt, zolang je maar vindt wat van overheidswege gepropageerd wordt.

Bas Hengstmengel & Esther van Fenema

3 januari 2019

Vlak voor de feestdagen organiseerde de SGP een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over het thema ‘gender’. Het kabinet promoot genderdiversiteit namelijk actief en minister Van Engelshoven publiceerde in maart haar Emancipatienota 2018-2021 waar- in te lezen valt dat het kabinet streeft naar ‘de vrijheid van burgers om hun identiteit zelf vorm te geven, zonder opgelegde gendernormen’. Onlangs nam de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel aan waarin wordt geëxpliciteerd dat het verboden is onderscheid te maken op grond van ‘genderidentiteit en genderexpressie’.

Het is een gegeven dat er mensen zijn die worstelen met hun sekse. Het SGP schreef in een verkennend rapport dat bij zo’n 0,5 procent van de bevolking sprake is van een vorm van intersekse of gender fluency. Gendergeneticus Eric Vilain van de University of California stelt dat in de breedste definitie 1 op de 100 kinderen ter wereld komt met een ambigu geslacht. Het betreft dus een kleine minderheid. Nu is het belangrijk op te staan voor minderheden die zich gemarginaliseerd, niet goed behandeld of buitengesloten voelen. Een beschaafde samenleving bevordert emancipatie en bestrijdt vooroordelen, opdat zoveel mogelijk mensen een optimale kwaliteit van leven ervaren.

Ideologische discussie

De discussie over gender wordt echter steeds ideologischer van aard en leunt op de postmoderne gedachte dat de werkelijkheid een sociaal construct is dat je kunt deconstrueren als het je niet aanstaat. Sommige activisten beschouwen mannelijkheid en vrouwelijkheid zelfs als achterhaald, zodat gender uitsluitend als sociaal construct overeind blijft. Gender is echter primair een biologisch verankerde eigenschap.

De vrijheidsopvatting die Van Engelshoven in het genderdebat uitdraagt leidt tot een liberale paradox: alle burgers mogen hun leven inrichten zoals zij dat zelf willen, zolang zij maar vinden wat van overheidswege gepropageerd wordt. Dit propageren gaat gepaard met zuivering van taal, onderwijs en media, natuurlijk in alle vrijheid. Feitelijk is dit echter het tegenovergestelde van emancipatie. Er is de zachte dwang van het normoverdragende gesprek, de zachte despotie via de subsidieverstrekking aan ideologische organisaties en de subtiele normstelling via voorlichtingscampagnes. Zo nodig is er echter de gelijke behandelingswetgeving.

Wat hier door elkaar loopt, is enerzijds het niet discrimineren van personen en anderzijds het instemmen met een bepaalde opvatting. Wanneer je dat onderscheid loslaat, maak je inbreuk op ons oudste en meest fundamentele grondrecht, de vrijheid van geweten en levensovertuiging (Unie van Utrecht, 1579).

Moraliteit

Ideologen boeken resultaten omdat de samenleving in verwarring is. Symbolische ordes en instituties zijn afgebroken. Wat er aan raamwerk overblijft, is het recht. Maar recht zonder dragende cultuur is kwetsbaar. De leegte wordt makkelijk opgevuld met ideologie. Het recht wordt tot breekijzer voor ideologen om maatschappelijke verhoudingen te wijzigen.

Kenmerkend voor ideologische rechtspolitiek is dat er niet alleen vrijheid wordt geëist om het leven naar de eigen overtuiging in te richten, maar dat er ook een specifieke moraliteit wordt opgelegd via het recht. Het recht is echter geen middel waarmee de samenleving gevormd kan worden naar een ideologische blauwdruk en een rechtsstaat is geen vehikel om waarden aan burgers op te dringen. Genderideologen overschatten wat het recht vermag. Het recht objectiveert en ordent, maar is niet bedoeld om te representeren wat mensen voelen of om af te dwingen wat mensen moeten denken.

Het gaat mensen die worstelen met hun sekse ook niet helpen. Via het recht dwing je geen acceptatie af tegen de overtuigingen van mensen in.

Keuze of statement

Daarnaast is het inzetten van ‘gender’ om diversiteit of identiteit te accentueren niet zonder risico’s in een tijd waarin veel jongeren kampen met een identiteitscrisis. We hebben een grote verantwoordelijkheid om jongeren stabiel te laten opgroeien. De cijfers laten een toename zien van psychische klachten en zelfdoding onder jongeren. Je moet voldoen aan het perfecte plaatje en iedereen is continu gefixeerd op de externe wereld met al haar onechte en onhaalbare uitkomstmaten als succes, geluk en uiterlijke schoonheid. Als geslacht ook nog een keuze of een statement blijkt te zijn dan komt je wereld wel ernstig op losse schroeven te staan.

Gender is echter niet te verwarren met je koffie- of festivalkeuze. Het modieus maken van genderidentiteit is iets heel anders dan emancipatie en het is maar de vraag of het wezenlijk iets bijdraagt voor die worstelende minderheid.

Toen de filosoof Hegel werd tegengeworpen dat zijn filosofie niet overeenkwam met de feiten, zou hij geantwoord hebben: ‘Dat is dan jammer voor de feiten.’ In de opvoeding, het onderwijs en het debat kunnen we ons die houding niet veroorloven. De uitdaging voor ons is de biologische realiteit niet uit het oog te verliezen. 

Bas Hengstmengel is filosoof en advocaat.
Esther van Fenema is psychiater en opiniemaker.

Translate >